Pauline is geen typische tiener. Ze pulkt aan korsten, ontleedt dode dieren en fantaseert over het uitvoeren van een operatie op vreemden. Haar fascinaties verstoren echter de relatie met haar ouders en haar klasgenoten. Pauline heeft een speciale minachting voor de kerk en haar 'therapeut' de Eerwaarde William, die in haar ogen niet in de positie is om te oordelen over of te genieten van haar psychoseksuele fantasieën. Niemand begrijpt Pauline, behalve haar jongere zus die lijdt aan taaislijmziekte. Wanneer ze vroegtijdig van school gaat besluit ze dat ze klaar is voor haar ontmaagding, en dat is het moment waarop de gekte pas echt toeslaat.